Gewonnen tijd

Naïka is met Siya naar de kinderboerderij, alleen. Wat tijd voor mezelf, hadden we afgesproken. Nadat ik de vuilbakken heb proper gemaakt, heb opgeruimd, een was heb ingestoken, mijn tanden heb gepoetst en gezicht gewassen, zit ik in de zetel met mijn gewonnen tijd. En weet ik niet wat ik ermee moet, zonder een baby, zelfs geen op het schermpje van de babyfoon.

Ik ga wandelen, beslis ik. Ja. Mijn wekelijkse wandeling naar de koffiebar. Ik zet mijn gsm op luid aangezien die 24/24 op stil staat, omdat ik bang ben dat iemand me onverwacht belt terwijl ik Siya te slapen leg en hem wakker zou maken. We hadden afgesproken dat ze daar zou vertrekken een half uur tot een uur na het flesje dat mee is, zodat hij erna weer aan de borst kan.

Tijdens de wandeling kijk ik elke vijf minuten naar mijn gsm, misschien nog meer zelfs. Ik wil thuis zijn als zij thuis komen, stel dat hij honger heeft. Zelfs zonder hem in de buurt wordt heel mijn zijn bepaald door hem.

Maar ik wandel hier wel, zonder hem. En denk na over de afgelopen vijf maanden (en een klets), aan wat ik zo fantastisch vind aan het moederschap, en wat ik verschrikkelijk vind.

De nachten dat hij maar enkele keren wakker wordt, zoals afgelopen nacht. Hoe hij naast me wakker wordt met een grote lach op zijn gezicht en in bed zijn nieuwste kunstjes toont, kirrend van plezier. Hoe hij tegenwoordig voor hij goed en wel wakker wordt op zijn buik rolt, en dan met zijn grote kijkers me wakker staart. Hoe door mijn hormonen mijn lichaam snel recupereert van een beetje slaap. De manier waarop hij ‘s nachts op zijn zij rolt, zijn ogen vaak nog dicht, zoekend naar een borst, alsof er gewoon altijd eentje in bed ter beschikking ligt.

De nachten dat hij bijna niet slaapt, en alweer wakker wordt zodra ik terug in slaap aan het vallen ben. Hoe weinig geduld ik heb met zo weinig slaap. Siya die ’s nachts huilt en ik niet weet hoe dat komt en wat ik eraan kan doen. Uren en uren zien voorbij tikken terwijl de rest van de wereld slaapt. Op google opzoeken hoe lang een mens kan zonder slaap. Mijn lichaam dat laat merken dat ik slaap nodig heb, door me migraine te geven, of door me flauw te laten voelen, of mij pijn te geven over heel mijn lichaam. Ondanks het slaaptekort er toch weer moeten staan, weer te moederen alsof je geen slaaptekort hebt. Voor de honderdste keer het advies horen om te slapen wanneer hij slaapt, terwijl je dan al je andere basisbehoeften ook moet voorzien, zoals eten, hygiëne, en wanneer je dan nog tijd overhoudt, je hart zo snel klopt van de oververmoeidheid dat je echt niet in slaap geraakt.

Ik wandel dezelfde wandeling dan anders. Langs onze drukke steenweg, de Vesten op onder de bomen. Een gordel van groen rond ons stadscentrum in Lier die voor koelte zorgt tijdens de warme dagen. Ik denk aan Siya.

Siya zijn geluidjes vanuit zijn buggy als we hier wandelen en hij helemaal verwonderd is door de takken en bladeren boven hem, de zon die er lichtjes door schijnt. Hoe hij naar mij kan kijken vanuit zijn buggy met die lichtjes in zijn ogen, omdat hij buiten is, en geen honger heeft of niet moe is. Hoe ik na een tijd de draagzak gewoon ook mee had, zodat ik hem gemakkelijk daarin kan steken als hij moe wordt en hij in slaap valt, en we de wandeling in alle rust kunnen verder zetten. Wanneer hij dan in die draagzak zich overgeeft aan de vermoeidheid en zijn hoofd laat zakken tegen mijn borstkas.

Wanneer hij honger heeft of moe is of beiden tegelijk tijdens onze wandelingen, of er nog iets anders is waar ik mijn vinger niet op kan leggen, en hij krijst alsof het het einde van de wereld is, daar zo ver van mij in zijn buggy. De momenten dat ik met een lege buggy in de ene hand en een baby in mijn arm rondrijd, en hoe buggy’s blijkbaar niet gemaakt zijn om ze eenvoudig te kunnen besturen met een baby in de arm want ah ja, ze zijn gemaakt voor in de buggy te zitten. Hoe hij weigert om in de buggy in slaap te vallen, terwijl ik ouders met hun kindjes zie passeren die braaf slapen. Dat ik absoluut niet weet hoe dat komt en of dat iets is dat ik kan oplossen of gewoon te accepteren heb.

Ik wandel voorbij een bankje, en herinner me dat ik hier aan de kant uit noodzaak ben gaan zitten om borstvoeding te geven. Eén van de eerste keren dat ik dit deed in het openbaar.

Hoe borstvoeding en de bevalling me de zelfzekerheid geven om geen fuck te geven over wat mensen van me denken, en dus al helemaal niet wat ze te zeggen hebben over een blote borst in het openbaar. Hoe Siya naar me kijkt tijdens de borstvoeding, zo vol liefde in zijn ogen, met een grote lach op zijn gezicht wanneer hij de borst loslaat. Hoe hij mijn t-shirt stevig vastpakt in zijn vuistje, alsof hij nooit los zou laten. Hoe hij in slaap valt aan de borst en met een gelukzalige glimlach loslaat, en ik hem nog even in mijn armen houd en naar hem kijk. Hoe we een weg samen in dit verhaal hebben gevonden, en ik meer tools in mijn gereedschapskist heb gevonden om hem te troosten dan de borst, zoals wiegen, zingen, op de zitbal bouncen, wandelen met de draagzak. Hoe hij een gezond kereltje is, dat goed groeit en bijkomt, en weten dat dat enkel en alleen door mij is.

De avonden dat Siya aan de borst wou blijven tot hij me volledig leeg gezogen had. Dat hij me niet los wou laten, zodat mijn tepels geïrriteerd werden want die zijn niet gemaakt voor een baby uren aan een stuk te laten sabbelen. Hoe ik een volledige dag heb moeten kolven omdat mijn borsten hem niet meer konden verdragen en hoe dat nog 10 keer meer gedoe is dan gewoon borstvoeding geven. Hoe ik zeker wekelijks die eerste maanden heb willen stoppen met borstvoeding.

Ik kijk op mijn gsm, nog steeds niets. Ze zijn nu al even weg, zou hij het goed doen? Ik vraag me af hoe hij op de dieren reageert. Zou hij er al bewust naar kijken? Langs een kant vind ik het jammer, dat ik een leuke uitstap niet mee doe. Maar het is de eerste keer deze week dat ik echt kan ademen. Dat ik niet bezig moet zijn met wat hij nodig heeft, maar kan werken aan wat ik nodig heb. Want dat vergeet ik soms, wat ik zelf nodig heb. Moederschap is niet gemaakt om jezelf prioritair te stellen, voor zelfzorg. Het is enkel op deze wekelijkse wandelingen dat ik even kan nadenken, of maandelijks tijdens mijn uurtje bij de psycholoog.

Iets doen dat groter is dan mezelf. Alles zijn voor iemand. Niet als in, jij bent alles voor mij, en dan nog veel mensen rondom je hebben waarop je kan terugvallen, maar letterlijk alles zijn.

Alles zijn voor iemand. En dus alle verantwoordelijkheid hebben om dat wezentje in leven te houden. En beseffen dat dat wezen zichzelf niet in leven kan houden, dus jij dat echt te doen hebt. Dus het ligt bij jou, genoeg eten, is zijn temperatuur wel goed, is het niet te warm buiten, geraakt hij niet uitgedroogd, moet je bij een hittegolf toch geen lange mouwen aandoen want ja ze zijn 37 graden gewoon in de buik, oei maar te warm is blijkbaar nog gevaarlijker dan te koud lees ik op google want SIDS, hij huilt zo, zou er iets zijn? Heeft hij pijn? Voelt hij niet wat koortsig? Of misschien toch te koud? Is dat niet te veel reflux? Oei hij verslikt, wat als hij stikt?

Ik wandel door Het Looks, mijn favoriete wijk in Lier. Het is er altijd zo rustig. Aan de gevel standaard een fiets en ook regelmatig een kinderfietsje, want hier is bijna geen verkeer, dus kinderen kunnen hier zoveel fietsen als ze willen. Hier en daar een bank, waar buren kunnen keuvelen als ze elkaar tegenkomen. Een stoepsteen uitgebroken voor een klimop. Een ‘free Palestine’ sticker. Een poster dat het buurtfeest aankondigt over enkele weken. Een boekenruilkast.

Ik denk aan mijn straat aan het Lisp. Een grijze straat met veel beton, het drukke verkeer, de spoorweg die erdoor loopt met een slagboom die meer gesloten dan open is, een fietspad dat veel te smal is voor het aantal fietsers dat moet passeren en waar dagelijks brommers die veel te snel gaan ons bijna van onze sokken blaast. Hoe graag zou ik het in mijn straat anders willen zien, een buurt zoals hier, waar buren elkaar kennen en het veilig is om te zijn. Waar ik niet bang moet zijn voor wat we gaan doen zodra Siya zijn eerste stappen zet en aan mijn hand dat gevaarlijke fietspad moet trotseren.

Niet bezig zijn met de kleine frustraties of ergernissen, maar die sneller laten varen want ik heb daar letterlijk geen tijd of ruimte voor. Een betere wereld wensen voor mijn kind en daar me voor inzetten. Een voorbeeld willen zijn voor mijn kind, en dus proberen de beste versie van mezelf te zijn.

Hoe hard alles van de buitenwereld soms binnenkomt. Hoe ik met een krop in de keel lees over de zwangere vrouwen en baby’s in Gaza. De wereld die soms echt te veel is, en ik me dan afvraag waarom we nu weer verder kinderen op zo’n wereld zetten, en of het allemaal wel gaat beteren. Me willen inzetten voor de wereld maar daar letterlijk geen tijd of ruimte voor voelen, waardoor ik het gevoel heb te weinig te doen. Boos zijn op mezelf wanneer ik verre van de beste versie van mezelf ben.

Ik kom aan de koffiebar en neem mijn gsm nog eens vast, nog steeds niets. Dat betekent dat het daar goed aan het gaan is. Ik wandel binnen en bestel mijn vaste cappuccino met havermelk. Om mee te nemen? vraagt de barista. Ik antwoord neen, want vandaag heb ik tijd, met een glimlach.

Previous
Previous

Fuck zelfzorg

Next
Next

Lierke plezierke