De weg naar onze kinderwens

Op de eerste date vroeg ik al aan Naïka of ze ooit kinderen wou. Toen we enkele jaren samen waren, spraken we er vaker over. We waren allebei nog aan het studeren op dat moment, maar wat zijn onze opties? En wat weten we over al die opties? Zonder het echt uit te spreken tegen elkaar, beginnen we aan ons opzoekwerk. We beslissen om te verkennen, om keuzes te beginnen maken.


Ik zoek op google: ‘info-avond adoptie’, en kom bij een organisatie uit die de week erop een avond organiseert. Ik laat mijn scherm van de laptop zien en kijk naar Naïka, zullen we? vraag ik. Ze knikt.

We komen binnen en moeten nog even wachten. We geraken aan de praat met de koppels naast ons. Dat ze al vijf jaar bezig zijn, en nog geen kindje hebben. Het koppel aan de andere kant van ons zelfs al zeven jaar. Al het papierwerk dat erbij komt kijken, de gerechtelijke stappen. Naïka en ik wisselen blikken uit. Waar zijn we aan begonnen?

De vrouw vooraan begint uit te leggen over de procedure, over de wachtlijsten die er zijn. Ze toont codes van kinderen en legt uit dat als je een B code hebt, dat kind wel sneller bij jou kan komen omdat B-kinderen een lichte beperking hebben. Niets te erg, legt ze uit, bij sommigen merk je dat zelfs amper. Ik pak Naïkas hand vast en knijp er even in.

De restricties voor homoseksuele koppels wordt uitgelegd, in veel landen is het voor ons niet mogelijk om te adopteren. In bepaalde landen wel, maar dan mag de ouder nog steeds kiezen om af te keuren. Ik zie Zuid-Afrika tussen de opties, en denk aan mijn eigen reis naar Zuid-Afrika enkele jaren terug. Hoe katholiek de mensen die ik daar kende waren. Hoe ik niet kon vertellen over mijn relatie met Naïka.

Een vrouw achter ons steekt haar hand omhoog. Of de organisatie kan garanderen dat deze kinderen geen product zijn van mensenhandel? De vrouw van de organisatie draait wat rond haar woorden. Dat de projecten om de drie jaar worden bezocht door een van de werknemers. Mijn hoofd draait.

Wat misselijk ga ik de zaal uit. In de auto zwijgen we allebei een tijd. Dat dat niets voor ons was, zegt Naïka. Ik knik, dat was niets voor ons. Ik leg mijn hand op haar been tijdens het rijden en knijp even. Het moet vreemd zijn voor haar om zoiets te horen. Naïka is zelf geadopteerd toen ze zes jaar was uit Haïti. Het moet bevreemdend zijn om zo’n ervaring vanuit de andere kant te beleven, waar er zo wordt gesproken over de kinderen. Ze had altijd graag willen adopteren, misschien ook een kindje uit Haiti, net zoals haar. Na die avond kwam adoptie nooit meer ter sprake.

Een hele tijd later gingen we verder op zoektocht. We vonden meer informatie over pleegzorg, en besloten naar een info-avond te gaan. De begeleiders vertelden over de kinderen met hun hart, over hoeveel je kan betekenen. De formaliteiten, de contacten die met de ouders behouden blijven maar via hen begeleid zullen worden.

Ze vertellen ook over de realiteit dat deze kinderen kunnen terugkeren naar hun biologische ouders. Alles is in functie van het kind, er worden beslissingen gemaakt die de kinderen centraal stellen.

Na de avond praten we nog even na met de begeleiders, of we niet hebben gedacht aan niet-begeleide minderjarige vluchtelingen? Ze zien wel een match voor ons. We kijken naar elkaar. Misschien wel. Ze geven hun gegevens.

In de bus naar huis vragen we aan elkaar, ‘En?’

Naïka haalt haar schouders op, dat we er best even over nadenken. Ik knik.

Enkele weken gaan voorbij. We zitten aan tafel. Ik vraag haar of ze er al over nagedacht heeft. Ze kijkt bedenkelijk, dat ze het niet zo goed weet. Wat als we ons kind terug moeten afgeven? Ik knik. Ik weet het ook niet zo goed. Ik leg uit dat ik tijdens mijn werk er vaak aan heb gedacht. Op dat moment werkte ik al in een leefgroep, met adolescenten in een moeilijke thuissituatie. Ik kwam dus dagelijks in aanraking met kinderen die het moeilijk hadden met hun biologische ouders, en wat voor effect dit had op hen. Er kwamen vragen bij me op. Wat als ik het gevoel heb dat ik altijd in de leefgroep sta? Hoe kan ik dan mama zijn?

Nee, pleegzorg is niet voor ons. Toch niet nu, op dit moment in ons leven.

Een jaar gaat voorbij. We maken een afspraak in UZ Brussel. Informatief, zeggen we tegen elkaar in de auto. Er hangt een muur met allemaal geboortekaartjes. Naïka en ik kijken er hoopvol naar: wie weet, op een dag. Een dokter legt ons de procedure uit, welke onderzoeken we moeten laten doen, over inseminatie en IVF.

En, maak ik een afspraak voor de onderzoeken? vraagt de dokter. Naïka en ik kijken elkaar aan, nemen onze agenda erbij en maken een volgende afspraak.

Hand in hand gaan we het ziekenhuis uit met een brede lach op ons gezicht, alsof we al mama geworden zijn.

Previous
Previous

Sinterklaas kapoentje